Jules: ik vond die kleine pony raar want hij was wit en groot, de andere was klein.
Charlie: de pony’s en de ezels zaten samen in de wei.
Marie: Mona is dood, maar er is een nieuw varken: Lola.
Samria: de duiven blijven op de boerderij, ze vliegen niet weg.
Yazen: de pauw en de kippen zaten samen in een lang hok.
Jules: de pauw zat op een stok. Hij keek naar ons.
Charlie: Het was druk op de boerderij.
Ecrin: Het varken speelde veel in de modder.
Yildiz: Er waren veel pauwen.
Tymon: De hanen waren aan het kraaien: kukelukuu!
Kuzey: De ezel doet ook kaka.
Ecrin: De konijnen zijn mooi.
Havin: Mijn broodje ruikt lekker.
Fons: Ik wist niet dat gist leeft.
Asmin: Het varken is wild.
Imrane: Schapen met een blauwe poep krijgen baby’s.
Reni: Sommige dieren kan je opeten.
Ewout: Een bok doet pipi op zijn sik om geiten te verleiden.
Hasan: Het varken ziet niet goed maar het kan heel goed ruiken.
Reni: Het schaap geeft ons wol.
Lukas: Ik wist al alles.
Anasio: ganzen waken en kunnen goed bijten.